![]() |
dinsdag 30 dec. 2003 In Kerman treuren de overlevenden over hun doden door Bastienne Wentzel Het aantal slachtoffers van de aardbevingsramp in de Iraanse stad Bam moet voortdurend naar boven worden bijgesteld. De hoop dat er nog overlevenden onder het puin gevonden zullen worden is vrijwel nihil. In de stad Kerman verzamelen zich overlevenden en gewonden en klagen over de ontoereikende hulp. |
![]() |
KERMAN | Kuros Nikiae zit luid huilend op de vloer van de ziekenhuisgang. Hij heeft bijna zijn hele familie verloren door de aardbeving, die vrijdagochtend zijn woonplaats Bam trof.. "Om twaalf over vijf zou ik gaan bidden, samen met mijn vier ooms. Op dat moment begon de hele wereld te schudden. Het huis stortte in. Mijn ooms zijn dood. Mijn broer zou bij ons op bezoek komen. Hij trof alleen mij en mijn vader levend aan." Het Bahonar Emergency Hospital in Kerman, een provinciestad op 190 kilometer van Bam, stroomt over van de slachtoffers. Een ziekenhuismedewerker schat dat de afgelopen dagen duizend mensen zijn binnengebracht. Het hospitaal kan de toestroom niet aan en heeft een tekort aan artsen, verpleegsters en bedden. De gang waar Kuros Nikiae zit, ligt vol met slachtoffers. Twee jonge ouders zitten naast een vijfjarig jongetje met een gebroken arm. Even verderop worden lijken in kleurige dekens weggevoerd. Met trillende handen steekt Nikiae, een 37-jarige jurist, een sigaret op. "Altijd vertel ik vol trots: 'Ik kom uit Bam, de grootste lemen burcht ter wereld!' Maar vandaag kom ik niet uit Bam, vandaag kom ik niet uit Bam... Ik zal de rest van mijn leven een zwart hemd dragen!" Sommige overlevenden hebben zware kritiek op de manier waarop de regering hulp verstrekt. Abbass Montazamie, die zeventien familieleden verloor, vindt dat zijn regering veel te langzaam handelt. "Vijf uur na de aardbeving lagen duizenden gewonden op het vliegveld", vertelt hij. "De inwoners van Bam hebben die zelf allemaal geholpen. Maar de regering stuurde pas na een dag één vliegtuig. Veel mensen zijn daar op het asfalt van het vliegveld overleden." Montazamie heeft zelf vier dagen met zijn moeder langs ziekenhuizen gereden. Ze heeft een gebroken been en heup, en heeft een hartaanval gehad. In Kerman kan ze eindelijk geholpen worden. "Ze sturen alle dokters naar Bam. Maar alle slachtoffers zijn daar al weg, die zijn hier. En hier zijn niet genoeg dokters." Abbas heeft geen goed woord over voor de lokale Iraanse media. In het ziekenhuis wil hij zijn verhaal ook graag vertellen aan een Iraanse verslaggeefster. "Maar", zegt hij, "zij wordt betaald door de regering. Alles wat negatief voor de regering is, wordt er gewoon uit geknipt." Ondertussen rijden de ambulances in Kerman nog steeds af en aan, dag en nacht. Op het centrale kruispunt staan tenten van de Rode Halve Maan, de zusterorganisatie van het Rode Kruis, en van een nationale hulporganisatie waar mensen hulpgoederen kunnen brengen. Hotels zitten vol met hulpverleners die voor dag en dauw met vol geladen auto's naar het rampgebied vertrekken. De televisies in cafés tonen voortdurend beelden uit het rampgebied. Het zal nog dagen duren voordat de lijsten met slachtoffers op de ziekenhuisgevel zijn verdwenen. Zondag werden nog twintig mensen levend uit het puin gehaald, gisteren nog maar één. Hoewel 72 uur volgens experts ongeveer het langst is dat mensen die onder puin bedolven liggen kunnen overleven, zetten reddingswerkers hun zoektocht naar overlevenden voort. Hun enige succes van de dag was een meisje van 12 met een gebroken been dat bewusteloos onder de resten van een huis werd gevonden. Doordat het dak niet helemaal was ingestort had het meisje lucht om te ademen en zij lag in de keuken met een bord rijst onder handbereik. Het was volgens de Iraanse hulpverlener Shokrollah Abbasi de enige reden dat zij kon overleven. Doden blijken soms nog te leven. Hojatoleslam Mojtaba Zonnor, een geestelijke uit Qom, zei dat hij binnen een tijdsbestek van vijf uur wel drie keer had meegemaakt dat hij voor een in witte doeken gewikkelde onbekende dode een gebed opzegde en het doodgewaande slachtoffer plots tekenen van leven gaf. In alle drie de gevallen stelde een te hulp geroepen arts vast dat het slachtoffer nog leefde. | GPD/ANP |
|