Bevroren motor,
Uitgevlokte diesel

Back
Utrecht - Lhasa

Een paar dagen skien, dat hebben we wel verdiend!
Na 700 kilometer omgereden te hebben voor het kopen van servies (kosten van de diesel: 1 euro, kosten van het servies: 20 euro), en de benodigde bureaucratie doorlopen te hebben voor het verkrijgen van een visum voor Syrie (was een lastige klus omdat wij geen ingezetenen zijn van Iran en Iran geen buurland is van Syrie en we bovendien een multiple-entry visum wilden), mag het weer even vakantie zijn.
Het plaatsje Shemshak, een uurtje rijden van Tehran, is het goedkoopste skiresort in het Alborz gebergte. Nu is skien in Iran in principe spotgoedkoop, maar Shi'ieten (Iraniers) en Hindu's (Indiers) hebben een aantal opvallende zaken met elkaar gemeen, waaronder het hanteren van afwijkende, lees: absurd hoge, prijzen voor buitenlanders. En dus moesten we in dit "goedkope" resort nog steeds 30 euro neerleggen voor een kamer - geen discussie over mogelijk. Gelukkig worden voor de skihuur en de skipas wel Iraanse prijzen gerekend, respectievelijk 6 en 3.50 euro per dag - een koopje, al is de kwaliteit van het gebodene in Europa waarschijnlijk strafbaar.
Voor beginners is dit gebied geen aanrader en eigenlijk voor mensen die al anderhalf jaar op hun reet in een LandCruiser gezeten hebben ook niet. De pistes worden slecht of niet geprepareerd, zijn minimaal rood qua moeilijkheidsgraad en met name de stoeltjesliften (twee stuks) zijn levensgevaarlijk. Maar de fantastische poedersneeuw maakt alles goed! Het is hier een off-piste walhalla.
Skien in Iran is een bijzondere gewaarwording. De regels en wetten uit het laagland gelden niet in de skigebieden. Het zijn de enige plaatsen in Iran waar wij als buitenlanders niet aangestaard, nagekeken, toegefloten of nageroepen ("Hello Mister, hello, hello, hello") worden. Mannen en vrouwen gaan minder stiekem met elkaar om. En het meest opvallende van al, vrouwen hoeven geen hoofddoeken om. Althans, de meesten volstaan met een muts of helemaal niets, en ze worden niet eens opgepakt. Blijkbaar heeft de elite hier een andere set regels afgedwongen waardoor de zedenpolitie niet optreedt tegen dit soort "onhebbelijk" gedrag. Het maakt dat wij ons in het skigebied aangenaam normaal voelen.
Tweeeneenhalve dag hebben we gewerkt aan de skisprong van opdracht 10. Het resultaat is wat mager, maar jemel, wat is onze conditie slecht geworden! Meer dagen skien kan niet, simpelweg omdat de liquiditeiten dat niet toestaan. In Iran is het namelijk niet mogelijk om geld op te nemen met een pinpas of creditcard. We moeten het doen met de uit Pakistan meegebrachte dollars en euros.
Shemshak

Uitzicht vanaf de piste op het plaatsje Shemshak.

Schaap geslacht

De stoeltjes zijn veel te klein en hangen te laag - reuze onveilig. Deze plas bloed is echter van een geslacht schaap. Want schapen slachten op de piste, waarom niet?

Als we aan het eind van de laatste dag bij de auto aankomen zien we dat er nog steeds een dikke laag ijs op de motorkap ligt. We hadden gehoopt dat een dag zon de auto wat opgewarmd zou hebben, maar blijkbaar heeft de wagen de hele dag in de schaduw gestaan. Deze ochtend was het om 8 uur min 9.7 graden Celsius, dus het had 's nachts zwaar gevroren. De LandCruiser is nu echter nog steeds steenkoud. De accu's zullen dus wel problemen geven en inderdaad, de startmotor bromt enkel een beetje als ik de sleutel in het contact omdraai. Maar geen probleem, de (nieuwere) accu van het zonnepaneel heeft ons wel vaker gered bij vorst.
Met de extra accu draait de startmotor wel, maar alle v-snaren slippen over de poelies: de motor zelf lijkt versteend... Dan valt mijn oog op een groen ijspegeltje bij een aansluiting van een koelwaterslang. Het koelwater is bevroren! Ondanks de antivries heeft de genadeloze vorst de hele motor in een blok ijs veranderd. Wat nu?
We krikken de auto een beetje op en plaatsen de gasbrander onder de motor. De motorkap dicht, zodat de warme lucht maximaal benut wordt. Het werkt verrassend goed, al duurt het nog steeds twee uur voordat de motor volledig ontdooit is. Onderwijl krijgen we thee aangeboden van een Iraans echtpaar dat naast ons met een lekke band staat. De Iraanse bevolking is een curieuze samenstelling van hele aardige en hele vervelende mensen.
Grote opluchting als de motor soepeltjes start en nog grotere opluchting als we geen lekken kunnen constateren in het koelsysteem. Het duurt nog wel even voor ook de leidingen naar de verwarming ontdooid zijn, maar we kunnen in ieder geval rijden!

De auto bij het resort.

Min tien is gewoon niet warm en dat vond de auto ook.

Bevroren koelvloeistof Gasbrander onder de motor

Ondanks de antivries was al het koelwater bevroren.

De motor ontdooien met een gasbrander - het klinkt lomp, maar het werkt wel.

Het feest blijkt echter van korte duur. Na enkele kilometers houdt de motor ermee op. Het gepruttel waarmee dit gebeurt herkennen we inmiddels: lucht inplaats van diesel wordt in de cylinders gespoten. Door kou wil dieseldamp in de tank nog wel eens condenseren, waardoor er onderdruk in de tank ontstaat. We beluchten de tank nog maar eens, maar dit keer is er toch echt iets anders aan de hand. Zou de Iraanse diesel zo slecht zijn dat het ook onder minder-Siberische omstandigheden gaat "uitvlokken"? Dit moet het zijn. Helaas past de gasbrander niet goed onder de tank. We staan ook wat ongelukkig langs de weg. Een paar keer lukt het ons de motor een tijdje te laten lopen en we kunnen af en toe profiteren van de zwaartekracht. Het laatste stukje tot het eerst volgende dorp worden we gesleept.
Een monteur wordt opgetrommeld door onze slepers, maar het duurt erg lang voor de man begrijpt wat er aan de hand is - eigenlijk moeten we hem volledig instrueren over wat te doen. Hij verwisselt het slangetje bij de brandstoftank, nadat we hem hebben laten zien dat deze vacuumgetrokken is. Een vies klusje, de idioot zuigt de diesel aan met z'n mond, waarvoor we hem best een paar euro willen geven. We hebben echter te maken met het type Iranier dat maakt dat we Iran een vervelend land zijn gaan vinden: hij wil 20 euro (200 duizend rial) hebben, een absurd bedrag, een half weeksalaris, terwijl hij bovendien niets gedaan heeft wat we zelf niet beter gekund hadden. We geven hem 60 duizend rial, 6 euro. Nog steeds minstens 3x het bedrag dat een rijke Iranier betaald zou hebben en in ieder ander land zou een monteur geweigerd hebben geld aan te nemen voor een dergelijk simpel klusje. Bovendien wordt na een paar kilometer ons vermoeden al waarheid: het heeft helemaal niet geholpen - sneeuw in diesel verdwijnt voor de zon, niet voor een nieuw slangetje.
De auto komt tot stilstand bij een restaurantje dat net aan het sluiten is. Het is inmiddels half tien 's avonds. We zitten nog steeds op 1850 meter en de vorst is alweer streng. Dit wordt niks meer vanavond. In ons beste Farsi leggen we aan de restauranthouder en zijn zoontje onze situatie uit. We kunnen niet meer verder, hebben nog maar weinig geld en we zoeken een plek om te eten en te overnachten. Gelukkig zijn de vader en zoon Iraniers van het gastvrije type, zoals je dat eigenlijk zou verwachten in een Islamitisch land, en ze duiken meteen de keuken in om voor ons kebab te maken. We mogen slapen in de zithoek van het restaurant en het jochie laat in een Engels woordenboek het zinnetje "money is no object" zien. Zo slapen we toch nog met een warm gevoel in.
De volgende ochtend rollen we de auto met de tankzijde in de zon. In het daglicht wordt onze hypothese bevestigd: in de brandstofslang zien we de (paraffine) ijskristallen drijven. Hierdoor raken de leidingen steeds verstopt en geeft de motor na een paar minuten rijden de geest.
We beginnen met plan 1: diesel uit de jerrycan in een pannetje verwarmen en deze hete diesel in de tank gieten. Ook de diesel uit de jerrycan is troebel van het paraffine-ijs, maar wat hoop geeft is dat een beetje opwarmen voldoende is om de diesel helder te maken. We gieten drie pannetjes hete diesel in de tank. Het blijkt echter niet voldoende. Om te testen waar de verstopping zit laten we de motor een tijdje draaien op diesel uit het pannetje. Dit gaat goed en dus moet de verstopping in de tank zitten. Waarschijnlijk is de tank zelf zo koud dat bij de leidingaansluiting steeds een prop ijs gevormd wordt. Bij dit deel van de tank kunnen we echter niet komen met de brander. Inmiddels begint een Iraanse "expert" zich ermee te bemoeien. Omdat hij steeds het smerige klusje van ontluchten op zich neemt sturen we hem niet weg. Volgens hem is de tank gewoon leeg. Nee mijnheer, kijk maar de meter staat op vol, we hebben slechts 80 kilometer gereden op deze tank. Volgens hem is de meter stuk en hij staat erop dat we de jerrycan in de tank gooien. Ik ben daar op tegen want dan kunnen we plan 2, het laten rijden van de auto op de jerrycan niet meer uitvoeren. Met tegenzin laat ik me overhalen, om van zijn gezeur af te zijn. Uiteraard gutst al snel de diesel uit de vulopening, de tank is barstensvol, en de wijsneus taait af.
Nu we plan 2 niet meer uit kunnen voeren, de jerrycan is bijna leeg, gaan we over op plan 3: de tank aansluiten via de "andere kant": de vulopening. Dit werkt, ook al vermoeden we dat de slang niet verder komt dan een zwanenhals. We zijn het gedoe echter zat en willen op weg naar Tehran.
We nemen afscheid, betalen de restauranthouder voor het eten met onze laatste rials en geven de restauranthouder, een jochie die als vertaler fungeerde en de wijsneus ieder een Hollandse ansichtkaart als dank voor de hulp. Met een by-pass voor de brandstof gaan we op pad.
Al na korte tijd ziet Bastienne luchtbellen ontstaan in de pvc-slang. De zwanenhals is leeg, ook plan 3 heeft gefaald. Plan 2 moet nu uitgevoerd worden, maar daarvoor hebben we een volle jerrycan nodig. Ik probeer een lift te krijgen terug naar het dorpje. Het is flink druk op de weg, maar pas na een paar dozijn auto's stopt er eindelijk een Irani-made Peugeot 206. Het is een jonge man met zijn ouders, Iraniers met Nederlandse paspoorten. De ouders wonen in Nederland en zijn op bezoek bij zoonlief. Ze hebben ons kenteken herkend. Ondanks dat ze de andere kant op moeten rijden ze me op en neer naar een benzinepomp. Om de LandCruiser op de jerrycan te laten rijden moet de brandstofslang eerst volgezogen worden met diesel. Na een paar teugen dieseldamp geef ik het op, dit kost me teveel jaren, al troost ik me met de gedachte dat ik waarschijnlijk minder kankerverwekkende dampen heb binnengekregen dan bij het roken van één sigaret en sommige rokers halen ook de zeventig. Met een pipet de slang vullen gaat echter goed en dan eindelijk, eindelijk kunnen we onafgebroken rijden! Met de auto aan infuus bereiken we zonder verdere problemen Tehran. Nadat we bij een sjiek hotel, het is donderdag en dan zijn de banken dicht, onze laatste dollars gewisseld hebben sluiten we de brandstofslang weer aan op de normale tank. Het is in Tehran een stuk minder koud en door een uurtje rijden is tank redelijk verwarmd door de uitlaat. Problem yok! zoals ze in Turkije zouden zeggen, geen probleem!.
's Avonds in een theehuis bekijken we op onze nieuwe digitale camera de foto's en filmpjes die we gemaakt hebben van het skien. Zo wordt de dufheid van de terugreis gelukkig weer verdrongen door voldaan wintersport gevoel.

Erwin Voogt, 1 februari 2004

Diesel koken

Om het paraffine-ijs in de tank op te lossen maken we diesel heet.

Diesel koken

Ook de diesel uit de jerrycan is troebel van de ijskristallen.

Diesel koken

Gelukkig lost het paraffine-ijs snel op, de diesel wordt weer helder.

Uit een pannetje gaat wel

Als we de brandstofslang in een pannetje diesel hangen loopt de auto prima. Er moet dus een brok ijs in de tank zitten.

Diesel via de verkeerde kant

Via een slang buitenom proberen we het brok ijs in de tank te omzeilen.

Diesel uit een jerrycan Diesel uit een jerrycan
Deze oplossing zal ons naar Tehran brengen: de motor direct aansluiten op een jerrycan. Een auto aan het infuus, het gaf onderweg wat verbaasde blikken.

Picture copyright owned by Erwin Voogt.
Please contact me first if you want to use any of these pictures for any purpose.